Een parochievicaris is een priester van de Katholieke Kerk, werkzaam in een parochie. Hij heeft niet de eindverantwoordelijkheid van een parochie, zoals een pastoor of administrator die heeft. Hij wordt daarom ook wel eens met de term 'hulppastoor' aangeduid. Het woord vicaris komt van het Latijnse vicarius dat plaatsvervanger betekent.
Een parochievicaris is een priester van de Katholieke Kerk, werkzaam in een parochie. Hij heeft niet de eindverantwoordelijkheid van een parochie, zoals een pastoor of administrator die heeft. Hij wordt daarom ook wel eens met de term 'hulppastoor' aangeduid. Het woord vicaris komt van het Latijnse vicarius dat plaatsvervanger betekent. In Nederland is de term kapelaan (Latijn: capellanus: een aan een kapel verbonden geestelijke) gebruikelijk, zowel in volkstaal als in de formele omschrijving van de functie. In Vlaanderen wordt hij veelal onderpastoor genoemd. De term 'kapelaan' voor de functie van onderpastoor is gangbaar sinds de napoleontische tijd. Voor die tijd was de kapelaan (of rector) uitsluitend een aan een kapel verbonden priester.