abstract
| - Boudewijn II van Namen (1217-1273) of Boudewijn II van Courtenay was een zoon van Peter van Courtenay, keizer van Byzantium, en van Yolande van Henegouwen. Hij was gehuwd met Maria van Brienne en werd de vader van Filips I van Courtenay, titelvoerend keizer van Constantinopel. Bij het overlijden van zijn broer, Robert van Courtenay, als keizer van Byzantium, werd de kroon aan graaf Hendrik II van Namen aangeboden, maar deze weigerde en zo kwam de jongste broer Boudewijn op de troon. In 1237 werd hij ook markgraaf van Namen, nadat hij zijn zuster Margaretha van Namen van de troon verdreven had. Spoedig na zijn aantreden, diende hij naar het Oosten te vertrekken, maar passeerde eerst langs Parijs waar hij zijn markgraafschap verpandde aan Lodewijk VIII van Frankrijk, in ruil voor een som geld. In 1248 vernam hij in Constantinopel dat Jan van Avesnes, de graaf van Henegouwen, zich Namen had toeƫigend, op basis van een verklaring van Duits koning Willem. Volgens deze redenering was Namen bezit van Henegouwen en kwam het markgraafschap terug toe aan Henegouwen, vermits Boudewijn niet de eer van trouw aan Henegouwen gezworen had. Boudewijn stuurde er zijn echtgenote op af en deze verwierf eerst de steun van paus Innocentius IV en haar tante, Blanca van Castiliƫ, de koningin van Frankrijk. Toen Maria in Namen aankwam, was de dreiging van Jan van Avesnes verdwenen. Na de dood van Blanca in 1251, hernieuwde Jan van Avesnes echter zijn aanspraken op Namen. In 1256 deed tenslotte Lodewijk VIII van Frankrijk een uitspraak, waarbij hij Namen toewees aan Boudewijn en zijn echtgenote. Vervolgens maakte de keizerin-markgravin zich ongeliefd door het opleggen van hoge taksen aan de bevolking. Het ging zo ver dat de baljuw gedood werd. Wanneer na onderzoek bleek dat deze moord gebeurd was door de vooraanstaanden van de stad, zochten deze toenadering tot Hendrik V van Luxemburg en boden hem de troon van Namen aan. Hendrik maakte zich geruisloos meester van Namen in 1256. Maria van Brienne kon alleen nog vluchten. In 1258 zond de gravin van Vlaanderen troepen ter bescherming van de stad, maar de stad diende zich in 1259 toch over te geven aan Hendrik (III in Namen), die de volgende jaren het markgraafschap geleidelijk volledig innam. Tenslotte verkocht Maria van Brienne in 1263 al haar rechten op Namen aan Gwijde van Dampierre.
|