De pectorale (in het Latijn: Crux pectoralis, v. Lat pectoralis = de borst betreffend), is een kruis dat kardinalen, bisschoppen en reguliere abten dragen. Het wordt met een ketting of koord rond de nek gedragen en is een van de pontificalia. Borstkruis, bisschopskruis of pectoraalkruis zijn andere benamingen voor dit voorwerp dat steeds uit edelmetaal is vervaardigd. Het kruis kan versierd zijn met edelstenen en kan een reliek van een martelaar bevatten. Krachtens een speciaal pauselijk privilege kan het ook gedragen worden door kanunniken, abdissen en andere hoge kerkelijke oversten.
De pectorale (in het Latijn: Crux pectoralis, v. Lat pectoralis = de borst betreffend), is een kruis dat kardinalen, bisschoppen en reguliere abten dragen. Het wordt met een ketting of koord rond de nek gedragen en is een van de pontificalia. Borstkruis, bisschopskruis of pectoraalkruis zijn andere benamingen voor dit voorwerp dat steeds uit edelmetaal is vervaardigd. Het kruis kan versierd zijn met edelstenen en kan een reliek van een martelaar bevatten. Tijdens het verrichten van liturgische plechtigheden wordt het kruis gedragen aan een groen of violet koord; daarbuiten aan een metalen ketting. Krachtens een speciaal pauselijk privilege kan het ook gedragen worden door kanunniken, abdissen en andere hoge kerkelijke oversten. Het borstkruis is voortgekomen uit het oudchristelijke enkolpion. De pectorale werd reeds in het oude Egypte, voornamelijk door koningen en prinsen gedragen.