abstract
| - Een paardentram is een tram die wordt voortbewogen door paardentractie. Afhankelijk van de grootte van de wagen staan er een of twee paarden voor. De paardentram is in de 19e eeuw ontstaan uit de omnibus. Bestrating in de steden was destijds doorgaans nog van een kwaliteit dat deze niet bijdroeg tot plezierig rijcomfort in een omnibus. Daarom werden rails aangelegd om de rijeigenschappen te verbeteren. De eerste paardentram reed in 1832 in Manhattan, in New York in de Verenigde Staten. Echter, de rails, die wel 15 cm hoog staken waren in het begin een duidelijke belemmering en het grote succes kwam dan ook pas nadat Alphonse Loubat in 1852 de groefrails uitvond, waardoor de rails gelijk gelegd konden worden met het straatoppervlak. Aanvankelijk was het vooral particulier initiatief van rijke stedelingen om paardentramlijnen aan te leggen. Pas later gingen ook gemeenten zich hiermee bezig houden. De eerste paardentramlijn in Nederland werd in 1864 geopend en liep van Den Haag naar Scheveningen, langs de Oude Scheveningseweg (thans route van lijn 1). In 1875 werd in Amsterdam de eerste paardentramlijn geopend, in 1879 begon de paardentram in Rotterdam. Niet alleen in de steden, maar ook in kleinere plaatsen verschenen paardentrams, veelal als alternatief voor de duurdere stoomtram. Ook werden paardentrams toegepast waar de rookoverlast van de stoomtram dit nodig maakte. De lijn van de EGTM in Oost-Groningen wordt in de literatuur vaak gekwalificeerd als de langste paardentramlijn van Europa. De meeste paardentrams in de grotere steden werden tussen 1900 en 1914 vervangen door electrische trams. Elders werden zij of door tractortrams of door autobussen vervangen. Vooral in de jaren twintig was de autobus sterk in opkomst en kwam het einde van de meeste paardentrams. De laatste paardentram in Nederland reed in 1930 tussen Makkum en Harkezijl in Friesland. Wat tegenwoordig wel als 'paardentram' wordt aangeduid, een door een paard voortbewogen voertuig dat voor uitstapjes wordt verhuurd, draagt die naam ten onrechte. Zij rijden op rubberbanden over de gewone weg, en zijn daarmee feitelijk geen tram, maar een omnibus. Eigenlijk is men hiermee teruggekeerd naar de voorganger van de paardentram.
|