rdfs:comment
| - Jhr. Petrus (Pieter) Balthazar Albertus van der Meer de Walcheren (Utrecht, 10 september 1880 - Breda, 15 december 1970) was van huis uit vaag remonstrants en een Nederlands dichter en schrijver en uiteindelijk monnik. Onder invloed van de katholieke Franse schrijver Léon Bloy ging hij in 1911 over tot de Rooms-katholieke Kerk en oefende hij een grote invloed uit op de generatie van jonge katholieke Nederlandse schrijvers in het interbellum zoals Jan Engelman, Anton van Duinkerken, Albert Kuyle, Albert Helman, Gerard Wijdeveld e.a.
|
abstract
| - Jhr. Petrus (Pieter) Balthazar Albertus van der Meer de Walcheren (Utrecht, 10 september 1880 - Breda, 15 december 1970) was van huis uit vaag remonstrants en een Nederlands dichter en schrijver en uiteindelijk monnik. Onder invloed van de katholieke Franse schrijver Léon Bloy ging hij in 1911 over tot de Rooms-katholieke Kerk en oefende hij een grote invloed uit op de generatie van jonge katholieke Nederlandse schrijvers in het interbellum zoals Jan Engelman, Anton van Duinkerken, Albert Kuyle, Albert Helman, Gerard Wijdeveld e.a. Hij was van 1921 - 1924 redacteur van De Nieuwe Eeuw. In 1924 werd hij hoofdredacteur van Opgang. Hij heeft een grote hand gehad in de oprichting van de literaire tijdschriften Roeping en De Gemeenschap. In 1913 start een reeks gepubliceerde Dagboeken, waarin hij zijn levensverhaal nauwgezet heeft neergeschreven. Na de dood van Bloy en hun eigen jongste zoontje Janneke-Frans in 1917 vestigen Pieter en zijn vrouw Christine Verbrugghe (1875-1953) zich in Oosterhout, waar hun verbindingen met de abdijen van Benedictijnen en Benedictinessen later een belangrijke rol gaan spelen. In 1929 werd hij directeur van een uitgeverij en vestigde hij zich in Parijs. Na de dood van hun oudste zoon, de Benedictijn pater Pierre O.S.B., in 1931, 29 jaar oud, besluiten Pieter en zijn vrouw in 1933 beiden 'zijn plaats' in te nemen en in het klooster te treden - hij in Oosterhout, zij in de Abbaye Sainte Cécile in Solesmes (Fr). Maar ze kwamen in 1936 op dit enigszins onbezonnen besluit terug. Christine, 'Soeur Roseline', kon niet aarden in het strenge klooster van Solesmes en voor Pieter was de gedachte aan zijn zielsongelukkige vrouw zo ver weg al even onverdraaglijk. Na een periode in Parijs vestigen ze zich in 1939 weer in Nederland, eerst in Bilthoven, later in Breda. Twee weken na de dood van zijn vrouw op 26 december 1953 trad Pieter van der Meer de Walcheren opnieuw als monnik in de Sint-Paulusabdij van Oosterhout, waar hij ijlings, 76 jaar oud inmiddels, in 1956 tot priester werd gewijd. In 1970 stierf hij. Zijn biograaf Albert Helman typeerde hem als ´een pelgrim naar het Absolute´. Zijn laatste jaren - in de tachtig inmiddels - werden gekenmerkt door een hang naar een kloosterleven in moderne stijl, zoals hij ook in zijn vroege jeugd een revolutionair was geweest. Zijn enige dochter Anne-Marie, benedictines (Mère Xristine) ook in Oosterhout en kunstschilder maar intussen buiten het klooster levend, was met hem daarin een van geest en nog radicaler.
|