De loop van een vuurwapen (ook wel geweerloop of schietbuis genoemd) is de buis waardoor een gecontroleerde explosie wordt geleid die een projectiel met hoge snelheid uit het einde van de buis doet komen. De buis bestaat in veruit de meeste gevallen uit metaal. Moderne geweerlopen worden gekend door een zeer ingenieuze opbouw en constructie. De loop moet de kracht van het uitzettende gas kunnen weerstaan wanneer dit gas het uitgeschoten projectiel voortduwt, zodat het projectiel een optimale snelheid bereikt.
De loop van een vuurwapen (ook wel geweerloop of schietbuis genoemd) is de buis waardoor een gecontroleerde explosie wordt geleid die een projectiel met hoge snelheid uit het einde van de buis doet komen. De buis bestaat in veruit de meeste gevallen uit metaal. Moderne geweerlopen worden gekend door een zeer ingenieuze opbouw en constructie. De loop moet de kracht van het uitzettende gas kunnen weerstaan wanneer dit gas het uitgeschoten projectiel voortduwt, zodat het projectiel een optimale snelheid bereikt. In het verleden werden vuurwapens geladen via de loop (vanaf de voorzijde), hetgeen een langzame en gecompliceerde procedure was. De vuursnelheid was daardoor ook laag. In 1849 werd door Benjamin Chambers het achterladerkanon uitgevonden: vanaf dat moment was men in staat om een sluitmechanisme aan de achterzijde van de schietbuis te construeren dat in staat was om de krachten te doorstaan die optreden tijdens het afvuren.