Rijnhart trouwde in 1894 met Susie Carson, een afgestudeerd Canadees arts die hij leerde kennen in een christelijke gemeenschap in Kansas. Hij bracht deze gemeenschap enige tijd later in contact met de Canadees missionarissenopleider en linguïst Charles Paul. Rijnhart liet onder andere een brief na die de situatie in het Kumbumklooster beschreef op 31 januari 1896. De brief versloeg de omsingeling door rebellen. De brief toont dat het missiewerk aan het eind van de 19e eeuw tegelijk opging met het bezit van vuurwapens.
Rijnhart trouwde in 1894 met Susie Carson, een afgestudeerd Canadees arts die hij leerde kennen in een christelijke gemeenschap in Kansas. Hij bracht deze gemeenschap enige tijd later in contact met de Canadees missionarissenopleider en linguïst Charles Paul. Petrus Rijnhart was bezield Tibet te bekeren tot het christendom. Hij was al eerder in Tibet voor missiewerk en tussen 1895 en 1899 reisde daar opnieuw heen met zijn vrouw. In 1898 overleed hun baby en hij ging op pad om hulp te zoeken bij inheemse Tibetanen. Van die tocht kwam hij niet meer terug. In het boek dat Susie hierover schreef, "With the Tibetans in Tent and Temple", vermoedde ze dat hij vermoord was door dezelfde rovers die ze ervoor op de route waren tegengekomen. Het boek dat ze onder aanmoediging van Charles Paul schreef, maakte een wereldwijde sensatie los en werd ook vertaald. Rijnhart liet onder andere een brief na die de situatie in het Kumbumklooster beschreef op 31 januari 1896. De brief versloeg de omsingeling door rebellen. De brief toont dat het missiewerk aan het eind van de 19e eeuw tegelijk opging met het bezit van vuurwapens.