abstract
| - 1. De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft per brief van 10 april 2006 aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat een twintigtal maatregelen aangekondigd ter bestrijding van files op het Nederlandse wegennet, en van de hinder die weggebruikers daarvan ondervinden. Deze maatregelen zijn gebaseerd op ideeën van medewerkers van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (verder te noemen: “VenW”). In dezelfde brief doet de minister melding van een voorgenomen ideeënronde in het voorjaar met partijen buiten VenW. 2. In vervolg hierop zijn een aantal verdiepingssessies gehouden met onder meer vertegenwoordigers van regionale overheden, bedrijven, onderwijsinstellingen en weggebruikers. Deze sessies hebben geresulteerd in nog eens vijftien projecten, die zijn opgenomen in de Rijksbegroting 2007. Een van de 15 projecten is het project “Mobiliteitsinformatie via internet”, verder te noemen: “het project”. 3. VenW beoogt een gedragsverandering bij potentiële filerijders te bewerkstelligen. Die gedragsverandering bestaat hieruit dat weggebruikers / potentiële filerijders (de primaire doelgroep), meer dan tot op heden, voorafgaand aan een voorgenomen verplaatsing zich op de hoogte stellen van wat zij op hun weg aan vertragingen kunnen verwachten. Naar verwachting zal dit ertoe leiden dat zij op grond daarvan substantieel vaker de file mijden door op een aangepast tijdstip te vertrekken, dan wel een andere route te volgen, een ander vervoermiddel dan de auto te gebruiken of zelfs van de voorgenomen verplaatsing af te zien. 4. Om dit te bereiken acht VenW de volgende punten van belang: (a) verdere / versnelde uitbreiding van het informatieaanbod via het internet; (b) toegankelijker / overzichtelijker maken van dit informatieaanbod voor de doelgroep; (c) meer bekendheid te geven aan het informatieaanbod en wat de gebruiker, in eigen ~ en maatschappelijk belang, met de aangeboden informatie kan doen. 5. Het project conformeert zich aan het beleid inzake actuele verkeersinformatie, zoals laatstelijk geformuleerd in de brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 mei 2004 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. (29200 XII 2004 nr. 134).
|