De vicaris is in de Katholieke Kerk de plaatsvervanger van een bisschop of pastoor. Binnen het protestantisme is het de plaatsvervanger van een dominee. Bij sommige orden is de vicaris de onderoverste van een klooster. Vicaris is ook de benaming van de geestelijke die verbonden was aan een vicarie.
De vicaris is in de Katholieke Kerk de plaatsvervanger van een bisschop of pastoor. Binnen het protestantisme is het de plaatsvervanger van een dominee. Bij sommige orden is de vicaris de onderoverste van een klooster. Een vicaris-generaal (ook wel Groot-vicaris genaamd) is de plaatsvervanger van een bisschop, maar hij staat de bisschop ook bij in het bestuur van het bisdom. Hij heeft veel rechtsmacht binnen een bisdom, met name op kerkrechtelijk gebied. Voor sommige zaken heeft hij echter een volmacht nodig van de bisschop, zoals bij toewijzing van een kerk aan een priester. De vicaris-generaal kan te allen tijde worden ontslagen door de bisschop, maar daar moet dan wel een duidelijke en goede reden voor zijn. Dergelijke benoemingen worden benoemingen ad nutum (met de hoofdknik) genoemd, omwille van de onmiddellijke ingang van benoeming en ontslag. Vicaris is ook de benaming van de geestelijke die verbonden was aan een vicarie.