abstract
| - Albert Ehrhard (Herbitzheim in de Elzas, 14 maart 1862 - Bonn, 23 september 1940) was een Duits kerkhistoricus en patroloog. In 1889 nam Ehrhard zijn werk als docent op aan het priesterseminarie in Straatsburg. In 1892 werd Ehrhard professor kerkgeschiedenis aan de universiteit in Würzburg, in 1898 aan de universiteit in Wenen, 1902 aan de universiteit in Freiburg im Breisgau en in 1903 aan de universiteit van Straatsburg. Sinds 1918 leefde Erhhard in München en doceerde daarna kerkgeschiedenis aan de universiteit van Bonn tussen 1920 en 1927, waar hij vriendschap sloot met de filosoof Karl Eschweiler. Albert Ehrhard keerde zich tegen de neiging om het katholicisme eenzijdig vanuit de middeleeuwse kerk- en cultuurgeschiedenis te reflecteren. Door zijn onderzoek stond hij in contact met verschillende andere historici, waaronder ook Adolf von Harnack en Eduard Schwartz. In oktober 1914 tekende hij met Von Harnack en andere intellectuelen een open brief An die Kulturwelt, waarin het begin van de Eerste Wereldoorlog als onvermijdelijk en ongewild, maar ook de Duitse inval in België, wordt verdedigd. Opzien baarde hij met zijn kritiek op de Syllabus »Lamentabili sane exitu« uit 1907, waarin 65 historisch-kritische benaderingen van de Bijbel en thesen uit de dogmatiek werden veroordeeld. De in het zelfde jaar verschenen encycliek Pascendi dominici gregis, waarin het modernisme werd veroordeeld, lokte bij Ehrhard eveneens kritiek uit, hoewel hij zichzelf niet tot de modernisten rekende. Zijn kritiek leidde tot een bijwijlen felle campagne tegen hem, waarbij de integralist Augustin Rösler de kroon spande. Als resultaat werd Ehrhard de prelatentitel afgenomen zonder hem echter een spreekverbod op te leggen. Ehrhard gaf later gedesillusioneerd een loyaliteitsverklaring af, die in 1922 tot zijn rehabilitatie leidde. Sinds die tijd zat hij de "Gesellschaft für Herausgabe des Corpus Catholicorum" voor. De studie van de nalatenschap van Albert Ehrhard wordt onder anderen verzorgd door het Byzantijnse Instituut van de abdij Ettal.
|