250px|right|thumb|Het Sint-Lodewijkkasteel in Sidon Het Leenschap Sidon was een van de vier grootste heerlijkheden van het Koninkrijk Jeruzalem, een van de kruisvaardersstaten. In werkelijkheid was de heerlijkheid niet veel groter dan naburig gelegen heerlijkheden als Toron of Beiroet, die vazalschappen waren van het Vorstendom Galilea.
250px|right|thumb|Het Sint-Lodewijkkasteel in Sidon Het Leenschap Sidon was een van de vier grootste heerlijkheden van het Koninkrijk Jeruzalem, een van de kruisvaardersstaten. In werkelijkheid was de heerlijkheid niet veel groter dan naburig gelegen heerlijkheden als Toron of Beiroet, die vazalschappen waren van het Vorstendom Galilea. Sidon werd in december 1110 ingenomen en vergeven aan Eustatius Grenier. Het leenschap was een aan de kust gelegen gebied bij de Middellandse Zee, met het noordelijk gelegen Tyrus en zuidelijk Beiroet. De heren van Sidon verbleven gedeeltelijk in het Sint Lodewijk kasteel, maar ook vaak in het Beaufort kasteel even buiten Sidon. In 1187 werd het leenschap veroverd door de Ajjoebiden onder leiding van Saladin en het bleef in moslimhanden tot 1197. Julian Grenier verkocht het aan de Tempeliers in de 13e eeuw, maar het werd later vernietigd door de Mongolen na de Slag bij Ain Jalut in 1260. Daarna werd de ruïne weer veroverd door de Mamelukken. Er werd een korte periode van de 13e eeuw een kleine vazalschap gesticht binnen Sidon, genaamd het leenschap van de Schuf.