| abstract
| - DUEWAG had lange tijd een overheersende positie op tramgebied. Bijna alle West-Duitse bedrijven kochten vanaf de jaren '50 trams van DUEWAG of werden onder licentie door andere fabrikanten gebouwd (bijvoorbeeld Simmering-Graz-Pauker, Rotax en Lohner). Het eerste vierassige rijtuig werd in 1951 aan de Üstra Hannoversche Verkehrsbetriebe geleverd, waarna in 1952 de serielevering begon. Düsseldorf bestelde meerdere prototypes. De meeste bedrijven kochten vanaf 1954 seriewagens toen de tandemaandrijving met één motor per draaistel leverbaar was. Großraumwagens werden aan bedrijven in Düsseldorf, Duisburg, Essen, Mülheim, Dortmund, Bochum-Gelsenkirchen, Bonn, Frankfurt am Main, Kiel, Wuppertal en Rotterdam geleverd. Vaak werden ook bijpassende bijwagens besteld. Andere bedrijven kochten de tweerichting uitvoering, zoals de Deutsche Bundesbahn voor de Straßenbahn Ravensburg–Weingarten–Baienfurt. De electrische installatie werd geleverd door onder meer Siemens, BBC of Kiepe. In 1956 werden de eerste zesassige gelede motorwagens in éénrichting- (GT6) of tweerichtinguitvoering (GT6Z) geleverd aan de bedrijven in Düsseldorf en Bochum-Gelsenkirchen, die twee jaar later gevolgd werden door achtassige varianten (GT8). De éénrichting uitvoering had het kenmerkende DUEWAG-front met de schuine voorruit die afgeleid was van het Amerikaanse PCC-front. Andere steden waaraan de DUEWAG-Einheitswagen geleverd werden waren onder meer Bielefeld (GT6), Braunschweig (GT6), Bonn (GT6), Frankfurt am Main (GT6 en GT8), Hannover (GT6), Hagen (GT6Z), Heidelberg (GT6, GT6Z en GT8Z), Krefeld (GT6 en GT8), Mainz (GT6 - als vervolg op de bestelling uit Heidelberg), Mannheim/Ludwigshafen (GT6, voor Ludwigshafen ook GT8), Kiel (GT6), Würzburg (GT6 en GT8), Wuppertal (GT8) Vestische Straßenbahnen (GT6), Basel GT6 en Rotterdam (GT8). De wagens waren meestal 2,20 meter breed, in Düsseldorf, Frankfurt am Main, Krefeld en Hannover waren ze echter 2,35 meter breed. In Köln werden vanaf 1963 2,50 meter brede GT6 wagens aangeschaft met bijpassende vierassige bijwagens. De GT6 en B4 wagens werden vanaf 1968 omgebouwd tot GT8, aangezien de overheid geen toestemming gaf om met bijwagens in de nieuwe tunnels te rijden. Soortgelijke verbouwingen werden ook uitgevoerd in Düsseldorf, Duisburg, Essen, Bielefeld, Krefeld en Würzburg. Onder licentie werden ook DUEWAG-Einheitswagens gebouwd door onder meer Lohner, Simmering-Graz-Pauker en Rotax voor de trambedrijven in Oostenrijk (Wien, Linz, Graz en Innsbruck. In 1960 werden ook door het bedrijf in København trams gekocht, na de opheffing van de tram in 1972 werden ze verkocht aan het bedrijf in Alexandrië, waar ze nu nog steeds in dienst zijn. Voor interlokaal vervoer kochten de Oberrheinische Eisenbahn tweerichtingswagens met het vlakke PCC-front. Dit front hadden ook de GT8Z wagens die in 1969 door het bedrijf in Frankfurt am Main werden aangeschaft. Voor de Rhein-Haardtbahn werden in 1967 vier GT12 trams gebouwd, die de daaropvolgende 27 jaar de langste trams ter wereld waren.
|
![[RDF Data]](/fct/images/sw-rdf-blue.png)