abstract
| - Een plakkaat was in de Nederlanden van de 16e tot de 18e eeuw een ordonnantie waardoor regeringsvoorschriften ter kennis van het volk werden gebracht. Men onderscheidde:
* stukken met opgedrukt zegel;
* stukken met afhangend zegel. Het opgedrukte zegel heette plakkaat en de ordonnantie - van zo'n zegel voorzien - een plakkaatbrief (of verkort: 'plakkaat'). De stukken met afhangend zegel heetten charter (van het Latijnse 'charta', een blad perkament) of oorkonde. Verzamelingen van plakkaten heten plakkaatboeken. Zij bevatten de wetten, verordeningen en staatsstukken, die in een bepaald gebied van kracht waren. Dergelijke plakkaatboeken zijn nog steeds van belang voor onderzoek naar de rechtsgeschiedenis voor een bepaalde regio, speciaal voor de kennis van het toenmalige staatsrecht en de handhaving van de openbare orde. Bekend zijn de plakkaten van keizer Karel V en koning Filips II betreffende de bestrijding van de Hervorming (16de eeuw). De strenge godsdienstverordeningen, plakkaten genaamd, waren erop gericht het protestantisme met wortel en tak uit te roeien. Er was een geruchtenstroom op gang gekomen dat de Spaanse inquisitie gestuurd zou worden om de plakkaten uit te voeren. Eerdere verzoeken tot matiging van de godsdienstpolitiek, zelfs persoonlijk in Spanje bepleit door graaf Egmond, waren steeds op onwil van Filips gestuit. In 1565 beval Filips in de bekende ‘brieven uit het Bos van Segovia’ de strenge godsdienstvervolgingen onverkort door te zetten. Hiermee was het vooruitzicht van een mogelijk matiging van de plakkaten verkeken. Ook posters en aankondigingen noemde men nog lang plakkaten, vanwege het zegelrecht dat erop berustte. De opheffing van dit zegelrecht was een stap naar grotere vrijheid van meningsuiting.
|