rdfs:comment
| - De zalige Catharina Cittadini (Bergamo, 28 september 1801 - Somasca, 5 mei 1857) was een Italiaanse geestelijke. Haar moeder stierf vroeg en zij werd verlaten door haar vader, zodat zij in 1808 samen met haar zuster, terechtkwam in het weeshuis van het klooster van Bergamo. Hier leidde zij , onder de leiding van de prior Giuseppe Brena, een sterk christelijk leven dat bijdroeg tot een streng geloof, een diep vertrouwen in Onze-Lieve-Heer , een actieve liefdadigheid en een genegen devotie tot de Maagd Maria. Nadat zij haar diploma van onderwijzeres had behaald, verliet zij in 1823 het klooster om te gaan samenwonen met haar neven-priesters Giovanni en Antonio Cittadini, in Calolzio, een parochie in het bisdom Bergamo. Na twee jaar voelden zij en haar zuster de behoefte om in te treden bij
|
abstract
| - De zalige Catharina Cittadini (Bergamo, 28 september 1801 - Somasca, 5 mei 1857) was een Italiaanse geestelijke. Haar moeder stierf vroeg en zij werd verlaten door haar vader, zodat zij in 1808 samen met haar zuster, terechtkwam in het weeshuis van het klooster van Bergamo. Hier leidde zij , onder de leiding van de prior Giuseppe Brena, een sterk christelijk leven dat bijdroeg tot een streng geloof, een diep vertrouwen in Onze-Lieve-Heer , een actieve liefdadigheid en een genegen devotie tot de Maagd Maria. Nadat zij haar diploma van onderwijzeres had behaald, verliet zij in 1823 het klooster om te gaan samenwonen met haar neven-priesters Giovanni en Antonio Cittadini, in Calolzio, een parochie in het bisdom Bergamo. Na twee jaar voelden zij en haar zuster de behoefte om in te treden bij een congregatie. Giuseppe Brena wees hen aan dat het de wil van God was om in Somasca te verblijven, waar zij de hoeksteen werden van een nieuwe religieuze familie in dat stadje, waar de herinnering aan de H. Hiëronymus Emiliani sterk was blijven leven. Samen met haar zuster, huurde zij in 1826 een huis in Somasca. In oktober van dat jaar kochten zij daar een woning, die het centrum werd van een meisjeskostschool en later voor de congregatie van de zusters-ursulinen. Catharina vond leiding voor haar geestelijk leven in de "Chierici Regolari di Somasca" (orde van de reguliere zusters van Somasca), gesticht door Hiëronymus Emiliani, die zij beschouwde als haar geestelijke vader sinds haar kindertijd als wees en wiens voorbeeld van liefdadigheid en armoede zij bewonderde en navolgde. Door haar taak als opvoedster stond zij midden het leven van het stadje Somasca, waar Catharina actief deelnam aan het parochieleven. Zij onderwees er de catechismus, was ingeschreven bij verschillende confrerieën, nam met haar gezellinnen en leerlingen deel aan de kerkdiensten en opende haar huis voor jonge meisjes om hen aan te moedigen in het gebed . Catharina vervulde haar opvoedkundige taken zo toegewijd dat zij werd geloofd en geprezen door haar oversten en door de bevolking. Haar aandacht voor de hulpbehoevenden en de armsten leidde tot grote opofferingen. Zij breidde haar goede werken uit tot de weesmeisjes en tot meisjes die geen openbaar onderwijs konden volgen. Zo werd in 1832 de privé school van Cittadini geopend en in 1836 een meisjeskostschool onder de leiding van haar zuster. De faam van de scholen verbreidde zich. De christelijke vorming van de meisjes bereidde hen voor op het maken van goede keuzes in hun christelijk leven. Catharina's leven kende ook vele tegenslagen. In 1840 stierf plots haar zuster en in 1841 stierven ook Giuseppe Brena en haar neef Antonio Cittadini, waarop zij sterk had gesteund. In 1842 kreeg Caterina een ernstige ziekte die wonderbaarlijk genas door de tussenkomst van Onze-Lieve-Vrouw van Caravaggio en de H. Hiëronymus Emiliani. Om stabiliteit te geven aan haar werk, schreef Catharina in 1844 een "Strumento di Societa e di Sorte e anche di donazione reciproca o Vitalizio", een tekst met veel kenmerken van een geestelijke instelling. Zij kreeg in 1850 van paus Pius IX de goedkeuring voor de oprichting van een privé kapel waar het Heilig Sacrament werd bewaard. In 1850-51 zond zij verschillende verzoeken aan de bisschop van Bergamo, Carlo Gritti Morlacchi, om goedkeuring te krijgen voor haar "kleine geestelijke familie" regel. In 1854 werd Catharina er door bisschop Pietro Luigi Sperariza gevraagd een regel uit te schrijven. Zij schreef een regel uit gebaseerd op deze van de ursulinen van Milaan, maar de tekst werd door de bisschop niet aangenomen. Er werd een nieuwe tekst aan de bisschop gezonden, samen met een aanvraag voor de goedkeuring van een instituut met de naam "Orsoline di S. Girolamo" (ursulinen van Somasca). Bisschop Speranza keurde de regel goed na een proefperiode. De inspanningen hadden ondertussen een zwarte tol geëist van haar gezondheid. Zij bleef tot het einde van haar leven helder van geest en voortdurend in gebed en spoorde haar gezellen aan de wil van de Heer te aanvaarden. Zij stierf een serene en heilige dood op 5 mei 1857, na een doodsstrijd van een dag en omgeven door een geur van heiligheid en de diepe rouw van haar dochters, kostschoolmeisjes en de bevolking. Kort na haar dood, werd het decreet tot oprichting van het instituut goedgekeurd. De congregatie kreeg pauselijke goedkeuring in 1927. De eerste 10 jaar bleef de opvoedkundige activiteit van de congregatie van Caterina Cittadini geconcentreerd in Somasca en Ponte San Pietro, een dorp in het bisdom Bergamo. Vanaf 1902 kreeg het uitbreiding over de rest van Italië en in het buitenland. Thans voert de congregatie haar opdracht uit bij de Italiaanse immigranten in Zwitserland en België en bij de armen van Latijns-Amerika (Brazilië, Bolivia) en Azië (India, Filipijnen). Zij werd in 2001 zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Haar feestdag is op 5 mei.
|