De Schoolkatechismus was een catechismus die tussen 1920 en 1964 verplicht op alle Nederlandse rooms-katholieke scholen werd gebruikt voor de catechesatie. Vanaf het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 waren er verschillende boeken voor kinderen in omloop waarin de geloofsleer van de Kerk werd uitgelegd. In 1920 vonden de Nederlandse bisschoppen het dienstig wanneer er voor het gehele land één catechismus zou komen. Zij stelden deze meteen verplicht.
De Schoolkatechismus was een catechismus die tussen 1920 en 1964 verplicht op alle Nederlandse rooms-katholieke scholen werd gebruikt voor de catechesatie. Vanaf het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 waren er verschillende boeken voor kinderen in omloop waarin de geloofsleer van de Kerk werd uitgelegd. In 1920 vonden de Nederlandse bisschoppen het dienstig wanneer er voor het gehele land één catechismus zou komen. Zij stelden deze meteen verplicht. Het eerste deel van de Schoolkatechismus is een vraag- en antwoordspel dat de methode volgt van de catechismus van Petrus Canisius uit 1555. Generaties katholieke kinderen zijn opgegroeid met deze teksten. Vooral de eerste vraag, met bijbehorend antwoord, kent iedere katholiek die tot 1964 - toen het verplicht gebruik van de Schoolkatechismus werd afgeschaft - uit het hoofd: Vraag 1: Waartoe zijn wij op aarde? Antwoord: Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te zijn. De bedoeling was overigens dat katholieke kinderen alle vragen en antwoorden uit hun hoofd leerden. Aan het begin van de jaren zestig ontstond twijfel over de zin van deze didactische aanpak. Daarnaast kwam men tot de overtuiging dat de inhoud voor kinderen te zwaar, en soms zelfs onbegrijpelijk was. Vandaar dat de Schoolkatechismus in 1964 werd afgeschaft.