Albert Chmielowski verloor tijdens opstand van 1864 tegen Alexander III van Rusland een been. Hij begon vervolgens ingenieursstudies in Gent, maar voelde zich meer tot de kunst aangetrokken. Om zijn groot schilderstalent te vervolmaken, studeerde hij verder in Parijs, München en Washington. Na zijn terugkeer besloot hij vooral religieuze werken te maken. In 1880 trad hij toe tot de jezuïeten. Zijn voorkeur gaat uit naar de armen en in 1887 sluit hij zich aan bij de franciscanen. In Kraków bekommerde Albert zich om de daklozen en bedelaars en hij richtte noodhuisvesting, gaarkeukens en werkplaatsen voor de armen in. Voor deze activiteiten stichtte hij in 1888 de Albertijnen of Broeders van de Derde Orde van Sint-Franciscus, Dienaren van de Armen op. In 1891 volgt de oprichting van een vrouw
Albert Chmielowski verloor tijdens opstand van 1864 tegen Alexander III van Rusland een been. Hij begon vervolgens ingenieursstudies in Gent, maar voelde zich meer tot de kunst aangetrokken. Om zijn groot schilderstalent te vervolmaken, studeerde hij verder in Parijs, München en Washington. Na zijn terugkeer besloot hij vooral religieuze werken te maken. In 1880 trad hij toe tot de jezuïeten. Zijn voorkeur gaat uit naar de armen en in 1887 sluit hij zich aan bij de franciscanen. In Kraków bekommerde Albert zich om de daklozen en bedelaars en hij richtte noodhuisvesting, gaarkeukens en werkplaatsen voor de armen in. Voor deze activiteiten stichtte hij in 1888 de Albertijnen of Broeders van de Derde Orde van Sint-Franciscus, Dienaren van de Armen op. In 1891 volgt de oprichting van een vrouwelijke tak.