[[Bestand:Jan van Scorel 003.jpg|thumb|Jan van Scorel: David Joris]] David Joris (Brugge, 1501 – Bazel, 28 augustus 1556) was een Delftse glasschilder die bekend werd als wederdoper en ketter. David Joris’ moeder kwam uit een Delftse familie terwijl zijn vader een Vlaamse koopman en rederijker was. Joris werd glasschilder en tevens rederijker en vestigde zich in 1524 in Delft waar hij trouwde met Dirkgen Willems.
[[Bestand:Jan van Scorel 003.jpg|thumb|Jan van Scorel: David Joris]] David Joris (Brugge, 1501 – Bazel, 28 augustus 1556) was een Delftse glasschilder die bekend werd als wederdoper en ketter. David Joris’ moeder kwam uit een Delftse familie terwijl zijn vader een Vlaamse koopman en rederijker was. Joris werd glasschilder en tevens rederijker en vestigde zich in 1524 in Delft waar hij trouwde met Dirkgen Willems. In Delft sympathiseerde Joris met de beweging der sacramentariërs, lieden die de praesentia realis van bloed en vlees van Christus in het brood en de wijn van de mis verwierpen. In 1528 werd hij voor het bespotten van het sacrament gearresteerd en gevonnist. Zijn tong werd doorboord en hij werd voor drie jaar verbannen uit Holland. Tijdens de omzwervingen gedurende zijn ballingschap kwam Joris in aanraking met de dopers, ookwel wederdopers of anabaptisten genoemd. Hij liet zich in 1534, toen het banvonnis reeds was verlopen, opnieuw dopen.