Een aflaat (indulgentia in het Latijn) is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden (canon 992). Het is een praktijk in de Katholieke Kerk die nauw verbonden is met het sacrament van de biecht. Een gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de Kerk.
Een aflaat (indulgentia in het Latijn) is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden (canon 992). Het is een praktijk in de Katholieke Kerk die nauw verbonden is met het sacrament van de biecht. Een gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de Kerk. De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn. Gelovigen kunnen ook aflaten bekomen voor afgestorvenen om hen te helpen bij het uitboeten van hun tijdelijke zondestraffen in het vagevuur. De paragrafen 1471 tot en met 1479 van de Catechismus van de Katholieke Kerk behandelen de leer en de praktijk van de aflaten.