De Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef (of kortweg: Zusters van JMJ) is een katholieke congregatie van zusters die is ontstaan in 1823. In dit jaar vestigden zich vijf religieuzen in Amersfoort die het begin van deze gemeenschap vormden. Hun inspiratiebron vormde de Jezuïet Mathias Wolff (1779-1857). Voorop stond het geven van onderwijs aan arme kinderen. Vanaf 1859 kwam daar bejaarden- en gezondheidszorg bij. In 1897 waren er al 880 zusters. In dit jaar vertrokken een groot aantal zusters naar het toenmalige Nederlands-Indië. Later waren er ook activiteiten in India.
De Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef (of kortweg: Zusters van JMJ) is een katholieke congregatie van zusters die is ontstaan in 1823. In dit jaar vestigden zich vijf religieuzen in Amersfoort die het begin van deze gemeenschap vormden. Hun inspiratiebron vormde de Jezuïet Mathias Wolff (1779-1857). Voorop stond het geven van onderwijs aan arme kinderen. Vanaf 1859 kwam daar bejaarden- en gezondheidszorg bij. In 1897 waren er al 880 zusters. In dit jaar vertrokken een groot aantal zusters naar het toenmalige Nederlands-Indië. Later waren er ook activiteiten in India. In 1962 telde de congregatie 1767 zusters in Nederland, 215 in Indonesië en 440 in India. De buitenlandse kerkprovincies vertonen een geleidelijke groei en zijn ook actief in Ghana en in Rome, waar ze vertegenwoordigd zijn bij het Nederlands College in Rome. Vestigingen zijn onder meer Huize Theresia te Vught dat in 2008 werd verlaten, Mariënburg te 's-Hertogenbosch