right|thumb|Openingstekst uit omstreeks 1470 De civitate Dei (letterlijk: Over de stad Gods) is een boek dat in het Latijn is geschreven door de kerkvader Augustinus van Hippo tussen 413 en 426. Het werk telt 22 boeken en bestaat uit een reeks verhandelingen over uiteenlopende onderwerpen, zoals de Griekse filosofie, het ontstaan van de godsstaat en de wereldse staat en de strijd tussen die twee. Ook sociale, economische en politieke problemen komen aan de orde.
right|thumb|Openingstekst uit omstreeks 1470 De civitate Dei (letterlijk: Over de stad Gods) is een boek dat in het Latijn is geschreven door de kerkvader Augustinus van Hippo tussen 413 en 426. Het werk telt 22 boeken en bestaat uit een reeks verhandelingen over uiteenlopende onderwerpen, zoals de Griekse filosofie, het ontstaan van de godsstaat en de wereldse staat en de strijd tussen die twee. Ook sociale, economische en politieke problemen komen aan de orde. Het boek ontstond als een reactie op de plundering van Rome door Alarik in 410. De eerste vijf boeken gaan in op het idee dat deze gebeurtenis het gevolg zou zijn van het verlaten van de oude Romeinse godsdienst. Op het werk zijn vele commentaren geschreven en het is in veel talen vertaald. De invloed ervan op het christelijke denken is groot geweest.