Dressellians hadden min of meer een mensachtig uiterlijk met als grootste verschil hun gerimpeld gelaat en hun langwerpige schedel. Geleerden meenden dat deze rimpels afkomstig waren van hun voorouders die vaak de felle zon van Dressel trotseerden om voedsel te zoeken op de grasvlaktes. Deze rimpels gaven hen de bijnaam ‘Prune Face’ die de Dressellians haatte. Hun langwerpige schedel bevatte een stel grote hersenen waardoor ze erg intelligent waren, artistiek waren aangelegd en beschikten over snelle reacties. Ze hadden grote ogen met een ovaalvormige pupil.
Dressellians hadden min of meer een mensachtig uiterlijk met als grootste verschil hun gerimpeld gelaat en hun langwerpige schedel. Geleerden meenden dat deze rimpels afkomstig waren van hun voorouders die vaak de felle zon van Dressel trotseerden om voedsel te zoeken op de grasvlaktes. Deze rimpels gaven hen de bijnaam ‘Prune Face’ die de Dressellians haatte. Hun langwerpige schedel bevatte een stel grote hersenen waardoor ze erg intelligent waren, artistiek waren aangelegd en beschikten over snelle reacties. Ze hadden grote ogen met een ovaalvormige pupil. Dressellians waren ook een trots en koppig species. Ze spraken en schreven Dressellese. Alvorens ze werden ontdekt door de Bothans bestond de geschreven taal enkel uit pictogrammen. Daarna gebruikten ze het Bothan alfabet om hun taal te schrijven.