De heilige María Maravillas de Jesús, geb. Maravillas Pidal y Chico de Guzmán, (Madrid, 4 november 1891 – La Aldehuela (bij Madrid), 11 december 1974) was een Spaanse karmelietes. Zij groeide op in een voornaam katholiek gezin, haar vader was ambassadeur van Spanje bij de Heilige Stoel. In 1919 ging zij bij de ongeschoeide karmelietessen in Madrid. Samen met twee gezellen stichtte zij in 1926 de "Carmel van Cerro de los Ángeles", hetgeen het eerste van een reeks Theresiaanse Karmelietenkloosters werd, zonder evenwel te leiden tot een nieuwe orde. In het Indiaanse Kottayam volgde een nieuw klooster. Tijdens de Spaanse burgeroorlog kregen Maria en haar medezusters in 1936 14 maanden huisarrest opgelegd. Nadien volgden nog verschillende nieuwe huizen doorheen Spanje. Paus Johannes Paulus II
De heilige María Maravillas de Jesús, geb. Maravillas Pidal y Chico de Guzmán, (Madrid, 4 november 1891 – La Aldehuela (bij Madrid), 11 december 1974) was een Spaanse karmelietes. Zij groeide op in een voornaam katholiek gezin, haar vader was ambassadeur van Spanje bij de Heilige Stoel. In 1919 ging zij bij de ongeschoeide karmelietessen in Madrid. Samen met twee gezellen stichtte zij in 1926 de "Carmel van Cerro de los Ángeles", hetgeen het eerste van een reeks Theresiaanse Karmelietenkloosters werd, zonder evenwel te leiden tot een nieuwe orde. In het Indiaanse Kottayam volgde een nieuw klooster. Tijdens de Spaanse burgeroorlog kregen Maria en haar medezusters in 1936 14 maanden huisarrest opgelegd. Nadien volgden nog verschillende nieuwe huizen doorheen Spanje. Paus Johannes Paulus II verklaarde haar zalig in 1998 en heilig in 2003. Haar feestdag is op 11 december.