rdfs:comment
| - De Legenda Aurea (Latijn voor Gouden legenden) is een verzameling heiligenlevens en kerkelijke feesten (m.n. Kerstmis, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren), geordend volgens het kerkelijk jaar, in het laatste kwart van de 13e eeuw gecompileerd en geredigeerd uit reeds bestaande en soms heel oude Latijnse legenden door de Italiaanse dominicaan Jacopo da Varazze, beter bekend als Jacobus de Voragine (1228-1298), aartsbisschop van Genua. Het boek was in eerste instantie bedoeld als naslagwerk voor de dominicaner orde, ook wel de predikheren (Ordo praedicatorum) genoemd, die de legenden gebruikten om hun preken te stofferen en te verrijken. Maar het boek had zo'n onverwacht groot succes, dat het in de loop van de veertiende eeuw vertaald werd in de Westeuropese volkstalen, omstreeks 1360 in het Ne
|
abstract
| - De Legenda Aurea (Latijn voor Gouden legenden) is een verzameling heiligenlevens en kerkelijke feesten (m.n. Kerstmis, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren), geordend volgens het kerkelijk jaar, in het laatste kwart van de 13e eeuw gecompileerd en geredigeerd uit reeds bestaande en soms heel oude Latijnse legenden door de Italiaanse dominicaan Jacopo da Varazze, beter bekend als Jacobus de Voragine (1228-1298), aartsbisschop van Genua. Het boek was in eerste instantie bedoeld als naslagwerk voor de dominicaner orde, ook wel de predikheren (Ordo praedicatorum) genoemd, die de legenden gebruikten om hun preken te stofferen en te verrijken. Maar het boek had zo'n onverwacht groot succes, dat het in de loop van de veertiende eeuw vertaald werd in de Westeuropese volkstalen, omstreeks 1360 in het Nederlands door de kartuizer Petrus Naghel († 1395). Omdat het een nogal lijvig boek is, wordt het vaak over twee banden verdeeld, een 'Winterstuk', dat begint met de eerste zondag van de Advent en eindigt vóór Pinksteren, en een 'Zomerstuk', dat begint met Pinksteren en eindigt voor het begin van de Advent. Toen de Middeleeuwen op hun eind liepen, werden vele van deze legenden ongeloofwaardig bevonden, omdat de 'traditie' aan gezag verloor ten gunste van de humanistsche bestudering van de Bijbel en dan vooral van het in het Grieks geschreven Nieuwe Testament. De Legenda aurea heeft daarom de Reformatie én de Contrareformatie niet overleefd, maar bleef wel voortleven in de uitdrukking 'de hele santenkraam', waarmee zowel de beelden van de heiligen die de middeleeuwse kerken sierden als de legenden die over hen verteld werden, bedoeld waren. Toch is deze 'gouden gids' van blijvend historisch en iconografisch belang, omdat veel middeleeuwse beeldhouwwerken, teksten en schilderingen slechts te begrijpen zijn met kennis van deze Legenda aurea. De Legenda aurea, gedurende de vijftiende eeuw ook wel 'het Passionael' genoemd naar de vele lijdensgeschiedenissen, behoorde tot de meest gelezen en gebruikte boeken uit de late Middeleeuwen. Enigszins vergelijkbaar met de Legenda aurea is de bundel Vitae patrum ook wel Vitas patrum, eveneens vertaald door Petrus Naghel, waarin de levens van de woestijnvaders beschreven worden.
|