Islamofobie is een neologisme dat gebruikt wordt om overtrokken angst voor de islam te benoemen en wordt hoofdzakelijk in een politieke en maatschappelijke context gebruikt. Tegenstanders van het gebruik van het begrip zien het als een manier om kritiek op de islam af te doen als overtrokken angst en de islam te vrijwaren van kritiek. Ook wijzen deze tegenstanders er op dat religieuze minderheden in islamitische landen doorgaans zwaarder te lijden hebben onder religieuze discriminatie dan moslims in westerse landen.
Islamofobie is een neologisme dat gebruikt wordt om overtrokken angst voor de islam te benoemen en wordt hoofdzakelijk in een politieke en maatschappelijke context gebruikt. Tegenstanders van het gebruik van het begrip zien het als een manier om kritiek op de islam af te doen als overtrokken angst en de islam te vrijwaren van kritiek. Ook wijzen deze tegenstanders er op dat religieuze minderheden in islamitische landen doorgaans zwaarder te lijden hebben onder religieuze discriminatie dan moslims in westerse landen. Voorstanders van het gebruik van het begrip vergelijken het met xenofobie, een angst voor alles wat vreemd is. Islamofobie zou zich uiten in vooroordelen tegen of het demoniseren van moslims, hetgeen blijkt uit een negatieve houding, geweld, lastigvallen, discriminatie en stereotypering. De term "islamofobie" komt, net als haar tegenhanger islamofilie ("kritiekloze verering van de islam"), niet voor in de Dikke van Dale.