Aldric was the abbot of the Abbey of St. Sollars of the Barony of Bloodstone in 1357 DR.
De heilige Aldric, ook Aldericus of Audry, (21 juni 800 - Le Mans, 24 maart 856) was een Frans bisschop van Saksische afkomst. Aldric groeide op aan het hof van Karel de Grote in Aken. Hij verliet het hof toen hij 21 jaar was om in Metz voor priester te gaan studeren. Na zijn priesterwijding was hij negen jaar kapelaan aan het hof van Lodewijk de Vrome. Zijn feestdag is op 7 januari.
De heilige Aldric, ook Aldericus of Audry, (21 juni 800 - Le Mans, 24 maart 856) was een Frans bisschop van Saksische afkomst. Aldric groeide op aan het hof van Karel de Grote in Aken. Hij verliet het hof toen hij 21 jaar was om in Metz voor priester te gaan studeren. Na zijn priesterwijding was hij negen jaar kapelaan aan het hof van Lodewijk de Vrome. In 832 werd hij bisschop van Le Mans. Hij was gekend om zijn persoonlijke heiligheid, zijn uitstekende bestuurskunde en voor zijn parochiewerk. Na de dood van Lodewijk de Vrome steunde Aldric Karel de Kale voor de troon, waardoor hij uit Le Mans verdreven werd. Paus Gregorius IV installeerde hem opnieuw in zijn bisdom en hij werd pauselijk gezant bij koning Pepijn I van Aquitanië. Hij slaagde erin om Pepijn te overtuigen de gestolen eigendommen aan de kerk terug te bezorgen. Aldric nam deel aan het concilie van Parijs en dat van Tours. De laatste twee jaar van zijn leven was hij verlamd. Een aantal van zijn geschriften zijn overgebleven. Zijn feestdag is op 7 januari.
Aldric was the abbot of the Abbey of St. Sollars of the Barony of Bloodstone in 1357 DR.