De Babylonische ballingschap verwijst naar de ballingschap van de joden nadat zij werden meegevoerd, volgend op de verwoesting van de tempel van Jeruzalem in 586 v.Chr door de Babyloniërs onder Nebukadnezar II. Ze mochten hun geloof blijven belijden en hadden betrekkelijke vrijheid. Sommigen, zoals Daniël, kregen hoge posities binnen de regering. In 539 werd Babylon door de Perzen veroverd en werd het de joden toegestaan terug te keren naar Juda. Het boek Ezra verhaalt hierover. De Babylonische ballingschap is voor het jodendom een zwarte periode waarin evenwel het merendeel van hun heilige schriften tot stand is gekomen.
De Babylonische ballingschap verwijst naar de ballingschap van de joden nadat zij werden meegevoerd, volgend op de verwoesting van de tempel van Jeruzalem in 586 v.Chr door de Babyloniërs onder Nebukadnezar II. Ze mochten hun geloof blijven belijden en hadden betrekkelijke vrijheid. Sommigen, zoals Daniël, kregen hoge posities binnen de regering. In 539 werd Babylon door de Perzen veroverd en werd het de joden toegestaan terug te keren naar Juda. Het boek Ezra verhaalt hierover. De Babylonische ballingschap is voor het jodendom een zwarte periode waarin evenwel het merendeel van hun heilige schriften tot stand is gekomen. Daarom is het een periode waarin de politieke omstandigheden een enorme invloed hadden op de verdere geschiedenis van de joods-christelijke wereld.