De Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden was een kerkgemeenschap in het Koninkrijk der Nederlanden van 1818 tot 2004. De eerste lutherse congregaties in Nederland werd gesticht in de 16e eeuw maar een georganiseerde 'Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden' kwam pas in 1818. De stad Amsterdam was, en is nog steeds, het centrum van het Nederlandse lutheranisme. De meeste lutheranen in Nederland zijn afstammelingen van personen die hoogstwaarschijnlijk in aanraking zijn gekomen met Duitse of Scandinavische lutherse koophandelaren. De lutherse kerk is altijd redelijk klein gebleven. Op 1 mei 2004 ging de kerk op in de Protestantse Kerk in Nederland. De Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden had circa 14.000 aanhangers toen het opg
De Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden was een kerkgemeenschap in het Koninkrijk der Nederlanden van 1818 tot 2004. De eerste lutherse congregaties in Nederland werd gesticht in de 16e eeuw maar een georganiseerde 'Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden' kwam pas in 1818. De stad Amsterdam was, en is nog steeds, het centrum van het Nederlandse lutheranisme. De meeste lutheranen in Nederland zijn afstammelingen van personen die hoogstwaarschijnlijk in aanraking zijn gekomen met Duitse of Scandinavische lutherse koophandelaren. De lutherse kerk is altijd redelijk klein gebleven. Op 1 mei 2004 ging de kerk op in de Protestantse Kerk in Nederland. De Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden had circa 14.000 aanhangers toen het opging in het PKN. Per eind 2001 stond de stand op 14.253. Mr. Herman Leker uit Utrecht, destijds de tweede secretaris van het lutherse synodebestuur, hield 'de staat der kerk' bij. Hij kwam op 6622 belijdende leden en 6741 doopleden, dus samen 13.363 leden per mei 2004.