Abraham Hellenbroek (Amsterdam, 3 december 1658 – Rotterdam, 16 december 1731) was een Nederlands gereformeerd predikant. Hellenbroek behoorde tot de stroming van de Nadere Reformatie en is vooral bekend geworden door het catechisatieboekje Voorbeeld der goddelijke waarheden, dat nog steeds gebruikt wordt in sommige bevindelijk-gereformeerde kerken.
Abraham Hellenbroek (Amsterdam, 3 december 1658 – Rotterdam, 16 december 1731) was een Nederlands gereformeerd predikant. Hellenbroek behoorde tot de stroming van de Nadere Reformatie en is vooral bekend geworden door het catechisatieboekje Voorbeeld der goddelijke waarheden, dat nog steeds gebruikt wordt in sommige bevindelijk-gereformeerde kerken. Abraham Hellenbroek was afkomstig uit een Amsterdams koopmansgeslacht. Hij studeerde vanaf 1674 letteren en filosofie aan het Athenaeum Illustre in zijn geboortestad en vanaf 1677 tot 1682 filosofie en theologie aan de Leidse Universiteit. Na zijn studie was hij achtereenvolgens predikant van Zwammerdam (1682-1691), Zwijndrecht (1691-1694), Zaltbommel (1694-1695) en Rotterdam (1695-1728). Hellenbroeks hoofdwerk is De Euangelische Jesaia waarin hij in 4 delen van ca. 1000 bladzijden een uitleg geeft van de gedeelten van het Bijbelboek Jesaja die volgens hem vooruitwijzen naar de tijd van het Nieuwe Testament. Het boek bestaat vooral uit bewerkte preken. Hetzelfde geldt voor zijn uitleg van het Hooglied, Salomons Hoogliet verklaert en vergeestelijckt, die uit twee dikke delen bestaat. Hierin beschouwt hij het Hooglied als een allegorie van de omgang tussen Jezus Christus en de gemeente. Hiernaast publiceerde Hellenbroek nog verschillende prekenbundels. Zijn bekendheid dankt hij echter voornamelijk aan zijn catechisatieboekje Voorbeeld der goddelijke waarheden uit 1706. Leren uit "Hellenbroek" is voor de oudere generatie bevindelijk-gereformeerden nog een begrip. Het boekje heeft een dogmatische inslag en is vooral gericht op het aanleren van "waarheden".