abstract
| - De paascyclus of paaskring is de jaarlijks terugkerende cyclus van aan Pasen gerelateerde kerkelijke feestdagen. Deze cyclus start op Septuagesima, 70 dagen voor Pasen en eindigt 50 dagen erna, op Pinksteren. De belangrijkste dagen in deze kring zijn:
* Voorvasten
* Septuagesima (70 dagen voor Pasen)
* Sexagesima (60 dagen voor Pasen)
* Quinquagesima (50 dagen of 7 weken voor Pasen)
* Vastenavond (de dinsdag voor aswoensdag)
* Vasten (periode)
* Aswoensdag (46 dagen voor Pasen)
* Passiezondag (tot 1969 de één-na-laatste zondag voor Pasen)
* Goede Week
* Palmzondag (zondag voor Pasen, ook: Palmpasen, en sinds 1969 ook Passiezondag)
* Schorselwoensdag (woensdag voor Pasen)
* Witte Donderdag (donderdag voor Pasen) (vanaf de avondmis Paastriduum)
* Goede Vrijdag (vrijdag voor Pasen)
* Stille Zaterdag (daags voor Pasen)
* Paastijd
* Pasen (zondag, ook: eerste paasdag of Paaszondag)
* Paasmaandag (tweede paasdag, daags na Pasen)
* Beloken Pasen (zondag na Pasen)
* Jubilate (derde zondag na Pasen)
* Kruisdagen (maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaart)
* Hemelvaartsdag (40e paasdag, dus 39 dagen na Pasen, 10 dagen voor Pinksteren, steeds op een donderdag)
* Pinksteren (7 weken na Pasen)
* Quatertemperdagen (woensdag na Pinksteren, tot 1969 ook de vrijdag en zaterdag)
* Trinitatis of het hoogfeest van de Heilige Drieëenheid (zondag na Pinksteren)
* Sacramentsdag of Corpus Christi (donderdag na het feest van de Heilige Drieëenheid, tweede donderdag na Pinksteren. Wordt in België en Nederland verplaatst naar de eerstvolgende zondag, de tweede zondag na Pinksteren)
* het Hoogfeest van het Heilig Hart (derde vrijdag na Pinksteren). Pasen valt elk jaar op een andere datum, zie Paas- en Pinksterdatum. Het gezegde: 'Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen' betekent zoveel als: nooit!
|