abstract
| - De Azteken uit Mexico golden en gelden bij velen als de mensenofferaars bij uitstek. Zij offerden in Tenochtitlan mensen aan allerlei goden, waarvan de zonnegod er één was. Ze deden dit op bij die goden passende, symbolische, en daardoor niet zelden wrede manieren. Vooral voor de rijksgod Huitzilopochtli werden op zeer grote schaal mensen (vaak krijgsgevangenen) op de offersteen gelegd. Veelvoorkomend deel van de offerhandeling was de hartuitsnijding en vaak ook de onthoofding. Op bescheidener schaal brachten ook de Maya's en de Inca's mensenoffers. In beide culturen werden ook kinderen geofferd. In het oude Egypte zijn alleen van de allereerste koningen, bijv. Hor-Aha bewijzen van deze praktijk gevonden. In Nubië, bijvoorbeeld in Kerma heeft de gewoonte om bij het overlijden van de vorst een groot aantal van zijn getrouwe dienaren mede het graf in te sturen veel langer stand gehouden. Berucht is de Fenicische god Baäl, ook vermeld in de bijbel, waaraan kinderen werden geofferd. Ook de Grieken en Romeinen berichtten dat hun vroege voorouders mensenoffers brachten als onderdeel van vruchtbaarheidsriten. Het vroege hindoeïsme en de oude Chinese godsdiensten kenden zowel mensen- als dierenoffers. Ook sommige in Europa en Nederland gevonden veenlijken zijn mogelijk mensenoffers. Volgens de Romeinse geschiedschrijvers offerden de Kelten soms mensen om vruchtbaarheid voor het land en vee af te smeken. Zo werd het meisje van Yde gevonden met een halfkaalgeschoren hoofd en een touw om haar nek. Hoewel een terechtstelling niet is uit te sluiten, denken onderzoekers dat het waarschijnlijk een offering is geweest. De Germanen brachten mensenoffers aan de oorlogsgod Odin. In Zweden werden zelfs mensenoffers gebracht tot in de 11e eeuw. Jodendom, Christendom en Islam hebben het ritueel offeren van mensen altijd verworpen. Abraham kreeg weliswaar van God de opdracht zijn enige zoon te offeren, maar werd, toen hij dit wilde uitvoeren, op het laatste moment daarvan weerhouden door een engel van God. De reden dat God die opdracht gaf staat in Genesis 22:12, n.l. om te testen of Abraham "godvrezend" was, ontzag had voor God.
|