abstract
| - thumb|right|250px|St. Lambertus, Luik Lambertus van Maastricht (Landebertus of Saint Lambert 638(?) - Luik, 17 september 700) was bisschop van Maastricht (Tongeren) tussen 670 en het jaar van zijn dood. Naar men aanneemt werd Lambertus in 638 geboren. Lambertus was afkomstig van een adellijke familie die zijn basis had in Maastricht. Hij was een protegé van zijn oom, bisschop Theodard van Maastricht. Toen Theodard kort na 669 werd vermoord, bepaalden de raadsleden van Childerik II dat Lambertus bisschop van Maastricht moest worden. Lambert had banden met Hugobert en Plectrudis, de eerste vrouw van Pepijn van Herstal, de hofmeier (een soort eerste mininster) van Austrasië, die dit gebied namens de Merovingische koningen van Austrasië bestuurden. Nadat Childerik II in 673 werd vermoord kwam de factie van Ebroin, de hofmeier van Neustrië, ook in Maastricht de dienst uit. Lambertus werd uit zij functie gezet en bracht de jaren (674 -681) in ballingschap door in de pas opgerichte abdij van Stavelot. In die periode was Faramundus bisschop van Maastricht. Na de dood van Ebroin in 681 en de daarmee gepaard gaande wijziging in de politieke verhoudingen binnen het Merovingische rijk kon Lambertus in 681 zijn functie opnieuw innemen en keerde hij terug naar zijn bisdom. In het gezelschap van Willibrord, die in 691 uit Engeland was gekomen, predikte Lambertus het het evangelie aan de heidenen aan de benedenloop van de Maas, in het gebied dat nu Noord-Brabant wordt genoemd. In dit gebied zijn daarom kerken aan hem gewijd. Kort nadat Lambertus (en Plectrudis) familie Dodo, een domesticus van Pepijn van Herstal en vermoedelijk de broer van Pepijn van Herstals tweede vrouw Alpaida hadden laten vermoorden, namen Dodo's familieleden, wiens machtsbasis zich in de buurt van Luik bevond, wraak door Lambertus op zijn landgoed, de Gallo-Romeinse villa van waaruit enige tijd later Luik zou ontstaan, te vermoorden. De officiële rooms-katholieke versie ziet Lambertus als een martelaar voor het geloof vanwege zijn verdediging van de huwelijkstrouw, door de verbintenis tussen Pepijn met Alpaida, de broer van Dodo en de moeder van Karel Martel, aan de kaak te stellen. Meteen daarop al werd Lambertus als martelaar vereerd. Hij werd eerst in Maastricht begraven. Zijn opvolger Hubertus van Luik, een beschermeling van Pepijn van Herstal en Alpaida, liet, op het moment dat hij zelf ook zijn bisschopszetel van Maastricht naar Luik verplaatste, Lambertus zijn overblijfselen naar Luik brengen. Een nieuwe bisschopszetel had zijn eigen heilige nodig. Het was ietwat ironisch, maar getuigt misschien ook wel van berouw, dat men voor die rol een voormalige vijand koos. Het centrale plein in Luik heet tot op de dag van vandaag de Place Saint-Lambert. Tot 1794 was de Sint-Lambertuskathedraal de belangrijkste kerk van het bisdom Luik. Zijn naamdag is op 17 september. Zijn attribuut is een lans. Hij is de patroon van de textielarbeiders.
|