In 2366 gebruikte de USS Enterprise-D deze nevel om zich te verstoppen voor een naderde Borg kubus. De nevel bevatte draaiende stofwolken, grote stenen en klonterig materiaal, waardoor het een groot risico was om er doorheen te vliegen. De Enterprise kon alleen op impuls vermogen naar binnen vliegen. Eenmaal in de nevel nam de dichtheid toe en konden ze niet verder op impulssnelheid.
In 2366 gebruikte de USS Enterprise-D deze nevel om zich te verstoppen voor een naderde Borg kubus. De nevel bevatte draaiende stofwolken, grote stenen en klonterig materiaal, waardoor het een groot risico was om er doorheen te vliegen. De Enterprise kon alleen op impuls vermogen naar binnen vliegen. Eenmaal in de nevel nam de dichtheid toe en konden ze niet verder op impulssnelheid. De samenstelling van de nevel was dilithium hydroxyl, magnesium en chroom, waardoor ze niet te zien waren op de sensoren van de Borg. De Enterprise ging daarom verder de nevel in om zich zo beter te kunnen verschuilen. De Borg volgden het schip niet, maar ze probeerde hun sensoren aan te passen om ze zo op te sporen. Uiteindelijk stuurde de Borg magnetometrisch gestuurde ladingen om de Enterprise naar buiten te dwingen. (TNG: "The Best of Both Worlds, Deel I")