Pas later kwamen er "drieassers" (waarbij de wagenbak op drie assen rust, meestal de beide buitenste assen draaibaar en gestuurd door de middenas) en "vierassers". Bij de laatste rust de wagenbak veelal op twee draaistellen met elk twee assen. Draaistellen zijn over het algemeen in het midden van een draaipunt voorzien. Ook de lengte van een tweeassig voertuig is beperkt. Bij langere voertuigen is het noodzakelijk om twee of meer draaistellen toe te passen.
Pas later kwamen er "drieassers" (waarbij de wagenbak op drie assen rust, meestal de beide buitenste assen draaibaar en gestuurd door de middenas) en "vierassers". Bij de laatste rust de wagenbak veelal op twee draaistellen met elk twee assen. Draaistellen zijn over het algemeen in het midden van een draaipunt voorzien. Aangezien bij een tweeasser de wagenbak middels veerpakketten rechtstreeks op het onderstel (of de truck) rust, worden bewegingen in bogen direct doorgegeven aan die wagenbak en zijn inzittenden. Rijeigenschappen zijn meestal nogal stug. Bij meer assen of met draaistellen is het bochtenwerk door de zich in de boogstraal instellende wielen meestal rustiger. Ook de lengte van een tweeassig voertuig is beperkt. Bij langere voertuigen is het noodzakelijk om twee of meer draaistellen toe te passen.