De term Theocentrisme is samengesteld uit het Griekse θεός (theos, God) en κέντρον (kentron, midden van de cirkel) en verwijst naar een religieuze overtuiging waarbij een god of meerdere goden de wezenlijke kern uitmaken van ons wereldbeeld, dit in tegenstelling tot het antropocentrisme waarbij (uitsluitend) de mens centraal staat voor onze zingeving en ons begrip van de wereld.
De term Theocentrisme is samengesteld uit het Griekse θεός (theos, God) en κέντρον (kentron, midden van de cirkel) en verwijst naar een religieuze overtuiging waarbij een god of meerdere goden de wezenlijke kern uitmaken van ons wereldbeeld, dit in tegenstelling tot het antropocentrisme waarbij (uitsluitend) de mens centraal staat voor onze zingeving en ons begrip van de wereld. Reeds in de oudheid was een verschuiving merkbaar van theocentrisme naar antropocentrisme, een ontwikkeling die omstreeks 600 v.Chr. in gang werd gezet door de Griekse natuurfilosofen waarvan Thales van Milete de eerste was. De Europese middeleeuwen waren door de invloed van het christendom in hoofdzaak theocentrisch gericht. Vanaf de renaissance en vooral in de periode van de Verlichting met de opkomst van de natuurwetenschappen in de 17e eeuw won het antropocentrische werldbeeld opnieuw terrein.