abstract
| - thumb|De Wonderdadige medaille De Wonderdadige medaille (ook wel Miraculeuze of Wonderbaarlijke medaille of Medaille van de Onbevlekte Ontvangenis) is een medaille die ontworpen werd naar aanleiding van Mariaverschijningen aan Catharina Labouré in 1830. Labouré, een kloosterzuster van de Dochters van Liefde in de Rue du Bac te Parijs, zou bij de tweede en derde verschijning Maria in een ovaal kader op een wereldbol gezien hebben. Om haar heen stonden de woorden Ô Marie, conçue sans péché, priez pour nous qui avons recours à vous ("Oh Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons die toevlucht tot u nemen"). Dit is te zien op de voorkant van de medaille. Labouré zag verder de letter "M" met een kruis erdoor en het Heilig Hart van Jezus en het hart van Maria daaronder. Rondom zag zij twaalf sterren. Dit is op de achterkant van de medaille te zien. Maria zou de opdracht hebben gegeven deze om een medaille met deze motieven te laten slaan. Maria zou aan hen die de medaille dragen grote genade beloofd hebben. Labourés biechtvader, pater Aladel, geloofde in eerste instantie niet in de echtheid van de verschijningen. Na onderzoeken werd er in 1932 bisschoppelijke toestemming verkregen de medaille te slaan. De medaille werd al snel populair; in 1839 waren er al meer dan 10 miljoen verspreid. Vanwege anekdotes over diverse genezingen in verband met de medaille, ging men de benaming Wonderdadige (of Miraculeuze) medaille gebruiken. De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Wonderdadige Medaille aan de Rue du Bac 140, waar Labouré haar verschijningen zou hebben gehad, is een bedevaartsoord voor rooms-katholieken. In de kapel ligt Labourés lichaam opgebaard in een glazen schrijn.
|