abstract
| - De noordelijke Nederlanden werden vanaf 1581 een republiek: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en vervolgens met hulp van de Franse bezetter in 1795 de Bataafse Republiek, die in 1801 werd vervangen door het Bataafs Gemenebest. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. In 1806 hief Napoleon Bonaparte het Bataafs Gemenebest op. Hij richtte vervolgens het Koninkrijk Holland op en installeerde zijn jongere broer Lodewijk Napoleon op de troon. Pas in 1815 kwam er een Nederlandse monarchie: Willem I, voorheen Willem VI, zoon van stadhouder Willem V, riep zichzelf uit tot Koning der Nederlanden. Op 2 december 1813 had hij al de titel van Soeverein Vorst der Nederlanden ontvangen. Hij probeerde onder meer de belangen van zijn familie veilig te stellen door het instellen van het principe van 'erfelijk koningschap'. Er bestond echter binnen de Nederlanden, die de Republiek gewend waren, een sterke oppositie. Orangist Gijsbert Karel van Hogendorp zorgde er met zijn grondwet voor dat Willem zijn positie kon consolideren: sindsdien ging het koningschap over op zijn 'wettige' (door Willem immers zelf als wettig bepaald), familiare, opvolgers. Het nu bestaande Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit de Staat der Nederlanden en de autonome lidstaten, de Landen Aruba en de Nederlandse Antillen.
|