rdfs:comment
| - Cornelis van Schaick (Amsterdam, 25 oktober 1808 - aldaar, 28 januari 1874) was een Nederlands predikant, dichter en prozaschrijver. Van Schaick had al verschillende werken van christelijken signatuur gepubliceerd, toen hij in 1852 naar Suriname vertrok, waarë hij tot 1861 zou blijven. Hij vervulde er tal van functies, onder meer die van voorzitter van de vrijmetselaarsloge Concordia en redactielid van het tijdschrift West-Indië. Hij schreef gedichten en proza voor het Surinaamsch Weekblad en de Surinaamsche Courant en Gouvernements Advertentie Blad. In 1853 kwam hij met een Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd, versjes geschreven in de trant van Van Alphen. Zijn in Nederland verschenen roman De manja: familie-tafereel uit het Surinaamsche volksleven (1866) is een van de opmerkelijkst
|
abstract
| - Cornelis van Schaick (Amsterdam, 25 oktober 1808 - aldaar, 28 januari 1874) was een Nederlands predikant, dichter en prozaschrijver. Van Schaick had al verschillende werken van christelijken signatuur gepubliceerd, toen hij in 1852 naar Suriname vertrok, waarë hij tot 1861 zou blijven. Hij vervulde er tal van functies, onder meer die van voorzitter van de vrijmetselaarsloge Concordia en redactielid van het tijdschrift West-Indië. Hij schreef gedichten en proza voor het Surinaamsch Weekblad en de Surinaamsche Courant en Gouvernements Advertentie Blad. In 1853 kwam hij met een Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd, versjes geschreven in de trant van Van Alphen. Zijn in Nederland verschenen roman De manja: familie-tafereel uit het Surinaamsche volksleven (1866) is een van de opmerkelijkste negentiende-eeuwse romans over Suriname. Het historische verhaal begint in het jaar 1836, toen vele Surinaamse plantages reeds verlaten waren, maar de slavenmaatschappij nog lang niet aan zijn eind was gekomen. De plot draait rond de wederwaardigheden van de familie van de overste L., die een slavin onheus behandelt, waarna deze wraak neemt met een vergiftigde manja (mango) op de dochter des huizes. Van Schaick neemt consequent stelling tegen de mensonterende slavernij, geeft veel dialogen in het Neger-Engels weer en is in de uitbeelding van de slavenmaatschappij uitstekend gedocumenteerd. Van Schaick schreef bovendien niet in de kwezelige trant van de dominees van zijn eeuw en betoonde zich een progressief denker. Hij heeft met De manja het vroegste relaas gegeven van Surinamers die gedesillusioneerd hun eigen land de rug toekeren.
|