Ailbertus van Antoing (Antoing, 1060 — Sechtem, 19 september 1122) was een Waalse priester uit Antoing bij Doornik. Samen met zijn beide broers Thyemo en Walgerus stichtte hij in 1104 een kleine houten kapel op de plaats waar nu Rolduc (of: Kloosterrade) gevestigd is. De grond hiervoor werd hem door Graaf Adelbert van Saffenburg ter beschikking gesteld. Al snel werd de houten kapel door een stenen kapel met crypte vervangen. Dit laatste werd mogelijk doordat de welgestelde Embrico van Mayschoss met zijn gezin in het klooster intrad.
Ailbertus van Antoing (Antoing, 1060 — Sechtem, 19 september 1122) was een Waalse priester uit Antoing bij Doornik. Samen met zijn beide broers Thyemo en Walgerus stichtte hij in 1104 een kleine houten kapel op de plaats waar nu Rolduc (of: Kloosterrade) gevestigd is. De grond hiervoor werd hem door Graaf Adelbert van Saffenburg ter beschikking gesteld. Al snel werd de houten kapel door een stenen kapel met crypte vervangen. Dit laatste werd mogelijk doordat de welgestelde Embrico van Mayschoss met zijn gezin in het klooster intrad. Ailbertus werd nooit tot abt gewijd maar had desondanks de leiding over de abdij Kloosterrade van 1104 tot aan 1111, toen hij door een conflict met Embrico zich verplicht voelde de abdij te verlaten. Het conflict had als oorzaak dat hij de strenge armoede van het kloosterleven wilde handhaven in tegenstelling tot de andere kloosterlingen die hun onderkomen wilden vergroten. Hij werd opgevolgd door Richerus. In 1107 ontving hij van Graaf Saffenburg een stuk land voor de bouw van een vroenhof (hoeve Lichtenberg) tussen Berenbruch (het huidige Berenbos) en de Holzkuhl. Ailbertus vestigde zich later te Claire-Fontaine bij Vervins. Hij overleed, onderweg naar Kloosterrade, te Sechtem, alwaar de familie Saffenburg tot 1280 bestuurlijke invloed had.