Pantokrator komt uit het Grieks: παντοκρατωρ. Παντο betekent "alle(s)"; en κρατωρ "heerser". De term is afkomstig uit de Griekse vertaling van de joods-christelijke Bijbel, het Oude Testament en het Nieuwe Testament en is een aanduiding voor God. De nadruk ligt op de universaliteit en de almacht die aan God worden toegeschreven. left|thumb|200px|Pantocrator, mozaïek uit de Aya Sofia, Istenbul
Pantokrator komt uit het Grieks: παντοκρατωρ. Παντο betekent "alle(s)"; en κρατωρ "heerser". De term is afkomstig uit de Griekse vertaling van de joods-christelijke Bijbel, het Oude Testament en het Nieuwe Testament en is een aanduiding voor God. De nadruk ligt op de universaliteit en de almacht die aan God worden toegeschreven. left|thumb|200px|Pantocrator, mozaïek uit de Aya Sofia, Istenbul In het theologische debat over de goddelijkheid van de bijbelse Jezus gebruikten de Griekse kerkvaders deze term eveneens voor Christus. Hiermee verzetten ze zich - tegen het in hun ogen - ketterse standpunt van Arius.