thumb|left|Epitrachelion Het epitrachelion (Grieks: ἐπιτραχήλιον, letterlijk "rond de nek"; Russisch: Епитрахиль) is een insigne: één van de kledingstukken die in de Liturgie het ambt van de betreffende persoon kenbaar maken. Het is in de Oosters-Orthodoxe Kerken het equivalent van de westerse priesterstola. Op het eerste gezicht is de overeenkomst al duidelijk, alleen zijn in het Oosten de beide uiteinden van de stola door knoopjes verbonden. Ook zitten er op de epitrachiel zes kruisjes, op de westerse stola meestal twee (op de uiteinden).
thumb|left|Epitrachelion Het epitrachelion (Grieks: ἐπιτραχήλιον, letterlijk "rond de nek"; Russisch: Епитрахиль) is een insigne: één van de kledingstukken die in de Liturgie het ambt van de betreffende persoon kenbaar maken. Het is in de Oosters-Orthodoxe Kerken het equivalent van de westerse priesterstola. Op het eerste gezicht is de overeenkomst al duidelijk, alleen zijn in het Oosten de beide uiteinden van de stola door knoopjes verbonden. Ook zitten er op de epitrachiel zes kruisjes, op de westerse stola meestal twee (op de uiteinden). Het epitrachelion leek oorspronkelijk meer op de losse stola, zodat bij de priesterwijding eenvoudig één van de flappen van het orarion van de diaken (Westers: diakenstola) na het wijdingsgebed rechtgehangen kon worden. In het Westen is deze ritus bewaard gebleven. Zoals in de Kerk van het Westen wordt dit kledingstuk symbolisch verbonden met het zachte juk en de lichte last waarmee Jezus in het Evangelie zijn verlossende genade aanduidt. [[Bestand:Vadersergistandhart.jpg|thumb|left|300px|Vader Sergi van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Amsterdam, bekleed met podriaznik, epitrachelion en phelonion. De zona is op deze foto niet zichtbaar.]]