In de Tenach valt het onder de Ketoewiem (Geschriften), en hierbinnen onder de Megillot (vijf feestrollen). Als feestrol wordt dit boek gelezen bij het Poerimfeest. In het Hebreeuws wordt het boek dan ook Megillat Esther genoemd, ofwel de (feest)rol van Esther. Esther heeft tevens de naam Hadassa, hetgeen mirte betekent.
In de Tenach valt het onder de Ketoewiem (Geschriften), en hierbinnen onder de Megillot (vijf feestrollen). Als feestrol wordt dit boek gelezen bij het Poerimfeest. In het Hebreeuws wordt het boek dan ook Megillat Esther genoemd, ofwel de (feest)rol van Esther. Esther heeft tevens de naam Hadassa, hetgeen mirte betekent. Voor de naam Esther zoals deze in de Hebreeuwse tekst voorkomt zijn verschillende verklaringen gegeven. De naam is mogelijk afkomstig van het Perzische ستاره setareh, en betekent dan "een ster" (in het Sanskriet: Sitara, stara of tara). Ook wordt verband gelegd met het Sanskriet stri dat vrouw betekent en met het Hebreeuwse werkwoord סתר (str), dat verbergen betekent: de naam zou in het laatste geval iets als verborgen of ik zal mij verbergen kunnen betekenen. Het boek bestaat uit verscheidene delen. De eerste tien hoofdstukken zijn in het Hebreeuws geschreven en worden zowel door protestanten als rooms-katholieken als canoniek erkend. De hiernavolgende hoofdstukken (de Toevoegingen op Ester) zijn in het Grieks geschreven, en zijn zowel in de Septuaginta alsook in de rooms-katholieke Bijbels opgenomen, maar worden door de protestanten als apocrief gezien. Maarten Luther beschouwde zelfs het gehele boek als dusdanig.