This HTML5 document contains 9 embedded RDF statements represented using HTML+Microdata notation.

The embedded RDF content will be recognized by any processor of HTML5 Microdata.

PrefixNamespace IRI
n12http://dbkwik.webdatacommons.org/ontology/
dctermshttp://purl.org/dc/terms/
n10http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/8ANidG0qjVAVFBXnVJSyzQ==
n2http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/YLdkVDxw5TaIMRCvWAElZQ==
n7http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/CfQ_Jd3uSsJK3qqjxzGRdA==
n4http://dbkwik.webdatacommons.org/nl.religion/property/
rdfshttp://www.w3.org/2000/01/rdf-schema#
n5http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/MxPyyluTemztIUhiDcrr7w==
rdfhttp://www.w3.org/1999/02/22-rdf-syntax-ns#
n11http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/vn8DxIu3799xYCNdIqIMmA==
n8http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/KfoQE5NVVxH_a1rMdVljKQ==
xsdhhttp://www.w3.org/2001/XMLSchema#
n9http://dbkwik.webdatacommons.org/resource/hmmsPQq1JvChmEx2YnS7Cw==
Subject Item
n2:
rdfs:label
Meester Eckhart
rdfs:comment
Meester Eckhart (circa 1260-1328), doopnaam Johannes Eckhart, was een Duitse theoloog en mysticus. Met Johannes Tauler en Henricus Seuse wordt hij gerekend tot de zogeheten Rijnlandse mystiek. "Meester" duidt op een titel: Eckhart had het 'magister' examen, alleen toegankelijk voor professoren, met goed gevolg afgelegd. In de nog niet afgeronde meerdelige moderne bronneneditie zijn behalve Eckharts preken, traktaten en quaestiones ook de bronnen over zijn proces opgenomen, waaronder een bewaard gebleven gedeelte van Eckharts verdediging.
dcterms:subject
n7: n8: n11:
n4:wikiPageUsesTemplate
n5: n9: n10:
n12:abstract
Meester Eckhart (circa 1260-1328), doopnaam Johannes Eckhart, was een Duitse theoloog en mysticus. Met Johannes Tauler en Henricus Seuse wordt hij gerekend tot de zogeheten Rijnlandse mystiek. "Meester" duidt op een titel: Eckhart had het 'magister' examen, alleen toegankelijk voor professoren, met goed gevolg afgelegd. Eckhart von Hochheim was afkomstig uit Thüringen. Hij trad jong in bij de orde van de Dominicanen. Hij studeerde theologie en doceerde enige jaren in Parijs, waar hij voornoemde graad van magister theologiae verwierf. In 1304 kozen zijn medebroeders hem tot eerste provinciaal van de provincie Saxonia. Van 1314 tot 1322 werkte hij in Straatsburg, van waaruit hij preekte in de vele dominicaanse kloosters in de Elzas. In Straatsburg verdedigde hij de positie van de Dominicanen en hun relatie met de begijnen. Eckhart kreeg in 1322 de leiding van het dominicaanse studium generale te Keulen. In 1326 moest hij er zich verdedigen op verdenking van ketterij. Voor zijn verdediging in hoger beroep ging hij naar het pauselijk hof, dat toen in Avignon resideerde. In 1328 stierf hij daar of in de omgeving van Avignon. Eckhart maakte de gedeeltelijke veroordeling van een aantal van zijn stellingen niet meer mee. Zijn preken tonen aan de oppervlakte weinig van zijn grote vertrouwdheid met de middeleeuwse scholastiek. Zijn mystieke verbeelding uit hij op een wijze die vaak als onorthodox is beschouwd. Een belangrijk gegeven in zijn preken is de zogeheten via negativa, de "weg van de ontkenning": door schijnbare zekerheden op losse schroeven te zetten, wil Eckhart mensen tot een diepere band met God brengen. Er is gewezen op een zekere gelijkenis in dit opzicht met de benadering in het zenboeddhisme. De taal die Eckhart gebruikt, is vaak zeer oorspronkelijk. Van Eckhart zijn behalve preken ook traktaten bewaard gebleven. Het belangrijkste traktaat is het Liber benedictus, dat ook bekend staat onder de titel Het boek van de goddelijke troost. Uit zijn Parijse periode is een aantal quaestiones, "vraagstukken", feitelijk verslagen van publieke discussies over stellingen en problemen, bewaard gebleven. Zijn preken zijn deels in het Middelhoogduits, deels in het Latijn overgeleverd. Hoewel het opmerkelijk lijkt dat deze geleerde zich zo welsprekend kon uitdrukken in de volkstaal, dient men hierbij te bedenken dat de Dominicanen als speciale opdracht prediking hadden. Eckhart bracht het Middelhoogduits naar nieuwe hoogten. Sommige preken heeft Eckhart ongetwijfeld zelf geredigeerd, andere hebben zijn toehoorders of toehoorsters genoteerd. In de nog niet afgeronde meerdelige moderne bronneneditie zijn behalve Eckharts preken, traktaten en quaestiones ook de bronnen over zijn proces opgenomen, waaronder een bewaard gebleven gedeelte van Eckharts verdediging. In de twintigste eeuw is er gepleit voor een officiële rehabilitatie van Eckhart. Het is wrang dat Eckhart als lid van de zo vaak met de inquisitie geassocieerde orde, zelf als ketter terecht heeft gestaan. Voor het Nederlandse taalgebied zijn van verschillende werken van Eckhart vertalingen gemaakt. De dichter C.O. Jellema vertaalde de traktaten en een aantal preken.